Home

5 vragen aan ...

Leon Bosch

In de rubriek ‘5 vragen aan…’ leert u als vriend of donateur van het orkest meer over de musici en de staf van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest. Aanvoerder klarinet Leon Bosch viert dit jaar zijn 35-jarig jubileum bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. In deze editie is daarom het woord aan hem.

Leon Bosch is aanvoerder klarinet bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. Leon studeerde aan het Conservatorium van Maastricht en sinds 1989 is hij solo-klarinettist bij het Nederlands Philharmonisch Orkest. Leon werkt vaak als dirigent met blazers uit studentenorkesten waaronder Het Orkest, Crea Orkest, Sweelinck-Orkest, Krashna Musica Delft en het Utrechts Studentenorkest. Daarnaast is hij dirigent/artistiek leider van het ensemble Beaufort. Leon bespeelt tevens de bassetklarinet en bassethoorn.

Leon viert dit jaar zijn 35-jarig jubileum bij het orkest, in deze editie daarom vijf vragen aan hem.

 

 

Wat was je favoriete optreden tot nu toe?

Ik heb sinds 1980 zo veel concerten gespeeld dat ik niet echt één optreden hoger op de 'favorieten' ladder kan plaatsen dan andere. Wel koester ik de gehele Ring des Nibelungen o.l.v. Haertmut Haenchen in de fantastische regie van Pierre Audi als een zeer bijzonder en mooi project. Verder heb ik goede herinneringen aan alle opera's en concerten waar Strauss en Puccini op het programma stonden.

 

Met welke solist/dirigent zou je graag nog willen werken?

Als in de vraagstelling het woord 'nog' vervangen zou worden door 'nogmaals' dan is mijn antwoord Ken-Ichiro Kobayashi. Hij kwam als dirigent bij de voorloper van het NedPhO (Amsterdams Philharmonisch Orkest ) heel vaak als gast en wist, ondanks zijn zeer gebrekkige kennis van Engels en Duits, het toch voor elkaar te krijgen dat werkelijk alle - maar dan ook alle - neuzen dezelfde kant op stonden. De concerten onder zijn leiding waren ademloos mooi.

 

Wat was je eerste ervaring met klassieke muziek?

Eind 60'er jaren kwam de melkman nog aan deur en die hoorde mij spelen op een oud blokfluitje. Zijn advies aan mijn ouders: 'det jungske mot bie de hermenie' en aldus kwam ik na enkele maanden klarinet-les als 8-jarige bij het plaatselijk harmonieorkest. Achteraf bleek dat men bij dat orkest klarinetten nodig had en dat de melkman, die daar trompet speelde, op zijn ronde door het dorp voortdurend jonge spelers aan het ronselen was. Zou er een tekort aan hoorns geweest zijn dan had ik nu waarschijnlijk hoorn gespeeld.

 

Hoe ervaar je de verbinding met ons publiek?

Het is leuk om 'bekende' gezichten telkens weer terug te zien in de zaal. Als het mij lukt maak ik ook graag een praatje met hen. De jonkies in ons orkest weten het misschien niet maar voor de grote verbouwing van het Concertgebouw was de artiestenfoyer daar waar nu de publieksgarderobe is. Je liep als musicus met een kopje koffie in de hand zo naar buiten de gang op. Direct contact was daardoor nog makkelijker.

 

Wie of wat is jouw inspiratiebron?

Het gevoel dat je soms met elkaar hebt als je samen op het podium iets heel bijzonders beleeft. Als werkelijk alles in de uitvoering klopt. Daar doe je het voor en dat inspireert mij om ervoor te zorgen dat ik mij weer optimaal voorbereid voor een volgend moment. Ik wil dat gevoel telkens weer beleven. Het is verslavend.